Art Journal: september 2022
3003
post-template-default,single,single-post,postid-3003,single-format-standard,bridge-core-3.1.3,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-30.2,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.3,vc_responsive,elementor-default,elementor-kit-15645

Art Journal: september 2022

Het art journal. Het is interessant, zullen we maar zeggen. Ik ben op het moment natuurlijk weer aan het werk en daar vermaak ik me echt uitstekend mee, maar de teken- en verfideeĆ«n stapelen zich op in mijn roze opschrijfboekje en gisteren op 27 oktober had ik eindelijk alle dingen voor september af. Voor oktober heb ik beduidend minder op de rol staan (maar 12 of 13 pagina’s, denk ik) en voor november gaat dit aantal nog wat afnemen, omdat ik weer de National Novel Writing Month ga doen en daar kijk ik erg naar uit, want dat is inmiddels de tiende keer en het is uitgegroeid tot die paar weken per jaar dat ik me toeleg op het schrijven van een verhaal. Het fijne daarvan is dat het geen uitkomst hoeft te hebben, het is lekker rommelen in de marge. Als er iets is dat ik de afgelopen paar jaar wel geleerd heb, is dat het proces voor mij belangrijker is dan de uitkomst. Als ik me te druk maak om de uitkomst, wordt het proces ook vervelend en dan doe ik uiteindelijk helemaal niks creatiefs en dan word ik een chagrijnige mevrouw. Laat mij maar schuiven, dus. Als er iets van komt, dan komt er iets van. En zo niet, ook prima. Dat geldt trouwens ook voor het art journal. Het is leuk om te doen en als ik pas in mei 2023 de vier tekeningen van oktober 2022 publiceer dan hebben jullie het daarmee te doen. Joe. Maar goed, even terug naar de aanleiding van dit verhaaltje, hier beneden zie je de pagina’s van september die ik even uit wil lichten voor dit blogje.

Pandhof Sinte Marie
Tijdens mijn jaar thuis heb ik veel door Utrecht gedwaald en plekken waar ik graag kom zijn de Pandhof Sainte Marie en natuurlijk ook de Pandhof bij de Dom. Ik hou van kloostergangen en deze twee zijn nu eenmaal bijzondere hoeken van de stad, waar je zomaar aan voorbij kunt lopen als je niet weet dat ze er zijn. De pandhof van de Dom ga ik ook nog wel een keer tekenen, maar deze keer was het tijd voor de pandhof Sinte Marie, die achter het conservatorium aan de Mariaplaats ligt. Natuurlijk tekende ik er ook een Sinte Marie in, want als je een heilige kunt tekenen, dan moet je dat altijd doen. Een jeugd in het katholieke Limburg, je komt er nooit vanaf (niet dat ik dat zou willen, maar dat is weer een heel ander verhaal…)

Queen Elizabeth
Mocht je het gemist hebben, Liz is dood. Waarschijnlijk was je dan in een coma (ik ben blij dat je eruit bent, yaay!) of woon je in een grot zonder internet want het was OVERAL. Ik werd er helemaal gek van als ik eerlijk ben. Ik was bij mijn ouders toen het gebeurde en ik heb daar nog wel wat BBC gekeken, maar toen ik weer thuis was, ben ik ondergedoken voor die rare Britten en hun hysterische gedoe en misschien nog wel meer voor de duiding van allerlei volk dat echt geen zak af weet van rojalties. Maar ja, iedereen ging mij natuurlijk appen en vragen of ik het ook aan het kijken was en toen moest ik steeds terugappen dat ik er gek van werd en toen leek ik weer superongevoelig en alles. Maar goed, op een dag was het klaar en daarna tekende ik Liz maar eens na van een foto. Dat deed ik nog nooit eerder, een bekend iemand tekenen. Het was moeilijk en ik gumde me rot de hele tijd. Maar ik ga het nog wel vaker doen, heb ik me voorgenomen. Om te oefenen. En dan neem ik geheid weer een rojaltie, want dat zijn toch hoofden die ik goed ken en dat helpt.

Het paard van Albert Heijn
De laatste twee pagina’s horen bij elkaar. Op mijn werk hebben we een skelet van een paard. Ik vroeg me in eerste instantie af wat voor een beest het was en vroeg het een collega.
‘Oh,’ zei zij, ‘Dat is het paard van Albert Heijn.’
‘Nee,’ zei ik, ‘Dat meen je niet, weet je zeker dat dat geen broodje aap is?’
Maar mijn collega wist zeker dat dit het paard van de ouwe Appie was en later die week kreeg ik een rondleiding van een andere collega door het gebouw en die vertelde het verhaal van het paard en hoe het op mijn werkplek terecht was gekomen. Het is een lang verhaal en ik heb geen zin om het hier neer te typen, maar laten we zeggen dat het skelet via wat omzwervingen langs onder andere de diergeneeskundefaculteit van de Utrechtse universiteit in iemands collectie terecht is gekomen en die heeft het als een paard van Sinterklaas bij een Sinterklaasviering op mijn werk naar binnen gesmokkeld en toen is het daar gebleven.
Ja nee, het is precies zo wonderlijk als het lijkt, hoor. Vandaar ook dat ik me soms net Elise in Wonderland voel.