04 nov Berlino: Een dag vol geschiedenis
Een dag vol geschiedenis
Nooit deed ik in Berlijn meer toeristische hotspots aan dan tijdens mijn eerste volle dag in de stad. Ik denk dat dat erbij hoort als je de eerste keer een reis naar een nieuwe plek maakt. Je vinkt simpelweg alle dingen af. Natuurlijk ben ik daar helemaal niet van en tegenwoordig probeer ik daar wat meer afwisseling in aan te brengen, maar bij zo’n eerste bezoek aan een stad heb je soms nog wel eens de neiging om in die fuik te stappen. Zeker toen nog, want behalve in Parijs kwam ik nooit ergens. Eigenlijk was het een gek iets, aangezien ik dik een half jaar van mijn leven in de Franse hoofdstad heb doorgebracht. Ik wist daardoor toen ook al donders goed dat steden veel leuker zijn als je bij de obligatoire trekpleisters wegblijft. Ik kan me niet heugen wanneer ik de laatste keer de Eiffeltoren, dat klote Montmartre (ja sorry, hoor… daar ga ik nog niet heen als je me er geld voor geeft) of de Champs-Elysées bezocht heb. Maar in Berlijn moest ik al die dingen gewoon nog even doen. Denk ik.
Dus op 31 mei 2007 denderde ik in sneltreinvaart door de Duitse hoofdstad.
Berliner Dom, Neue Synagoge, Checkpoint Charlie, Gedächtniskirche, Mahnmal, Brandenburger Tor.
Check check check.
Na het bezoek aan de Synagoge zag ik op de Oranienburger Straße allerlei zaken die er nu niet meer zijn. Het fotomuseum C/O Berlin, bijvoorbeeld. Dat toen nog in een vervallen postkantoor zat in plaats van in een fantasieloos gebouwtje in West-Berlijn. Dat mag ik vast niet zeggen, want daar heeft geheid een architect goed over nagedacht, maar ik zeg het toch. Schuin tegenover C/O Berlin zat Tacheles, een ouderwetse Berlijnse en naar pis stinkende vrijplaats in een voormalig warenhuis. En ik at er de goedkoopste worst ooit bij een tentje dat inmiddels ook al meer dan een decennium ter ziele is.
‘Kunnen we niet beter een fiets huren?’ wilde A. weten, ergens in de loop van deze nogal volle dag.
‘Ik fiets niet,’ zei ik.
Ja nee, ik loop nog liever mijn eigen been eraf dan dat ik in zo’n stad ga fietsen. Dan blijf ik geheid kapot, zoals de oma gezegd zou hebben.
De uitdaging van dit project is dat ik niet ga vervallen in opsommingen en informatieve beschrijvingen van de dingen die ik allemaal bezocht heb. Dat kunnen anderen namelijk veel beter. En daarnaast heb ik het nodig om zaken luchtig te houden, want wat ik me vooral herinner van deze dag is hoe verstikkend ik de geschiedenis van de stad vond. Alsof ik achter een vrachtauto met een betonmolen stond en iemand de kraan open zette. Ik heb van nature een vrij zonnig en blij gemoed, maar ik ben ook heel gevoelig voor ellende. En daar had ik een beetje last van tijdens mijn eerste dag in Berlijn. Op elke straathoek zag je het. Door beschadigingen aan gebouwen, door markeringen op de grond of door simpelweg een gebouw of een bepaalde plaats te betreden en rond te kijken. Daarom heb ik mezelf tegenwoordig op een geschiedenis-dieet gezet als ik in Berlijn ben. Ik mag maximaal één ellendig ding per dag bekijken, want anders lig ik er gewoon wakker van ’s nachts. Het zal jullie dan ook niet verbazen dat er daar nog steeds heel veel dingen zijn die ik nog altijd niet gezien heb. Of maar één keer. Zoals de Neue Synagoge. Daar ben ik daarna nooit meer geweest en ik denk ook niet dat ik dat nog een keer ga doen. Omdat één keer soms genoeg is om het te weten en het belang ervan nooit meer te vergeten.