Eugen Onegin
2654
post-template-default,single,single-post,postid-2654,single-format-standard,bridge-core-3.1.3,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-30.2,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.3,vc_responsive,elementor-default,elementor-kit-15645

Eugen Onegin

De laatste tijd luister ik best vaak naar Eugen Onegin van Tchaikovsky. Of nou ja, luisteren. Het staat op. Je denkt toch niet dat iemand met de aandachtsboog van een stoeptegel uren naar een opera gaat zitten luisteren? Ik ben meestal af aan het wassen, aan het poetsen of aan het kleuren als ik muziek luister. Dat zijn allemaal activiteiten waarbij ik iets op de achtergrond kan verdragen. Of beter gezegd: iets met tekst. Muziek zonder tekst kan altijd wel. Of zoals in dit geval: muziek met tekst die ik niet versta. Ik kan bijvoorbeeld niet schrijven als iets opstaat dat ik mee kan zingen, dan ben ik de hele tijd afgeleid en ga lekker ongegeneerd mee zitten galmen. Maar met Russische opera’s gaat dat niet. Mijn Russisch is namelijk non-existent. Desondanks is het me toch ooit gelukt een grapje in het Russisch te maken en dat kwam dus door deze opera.

Jaren geleden zong ik de wals uit Eugen Onegin met het studentenkoor. Een van de leden had ooit op een blauwe maandag in Rusland rondgelopen en ging ons vertellen hoe we dat allemaal uit moesten spreken en wat die teksten te betekenen hadden. Ik begreep er vervolgens tijdens het instuderen nog steeds helemaal niks van, het leek op geen enkele andere taal die ik kende. Het enige wat ik meteen thuis kon brengen, was het zinnetje ‘Vot tak sjoerpris!’, wat ‘Wat een verrassing!’ betekent. Ik vroeg me tijdens die eerste repetitie al af of je dat ook cynisch kon gebruiken, zoals je hier zou zeggen: ‘Nou nou, poe poe. Je meent het. Wat een verrassing!’

Toen ik in Parijs studeerde, leerde ik daar E. uit Moskou kennen en ik nam me meteen voor om dit een keer uit te proberen. Dat was nog geen sinecure, want E. is een slimme en welbespraakte vrouw, het duurde dus maaaaaaanden voordat zich een situatie voordeed waarbij ik eens lekker met mijn ogen kon rollen. Maar het gebeurde, ik ging er eens goed voor zitten en zei: ‘Nou nou, poe poe. Vraiment? Vot tak sjoerpris!’
Even dacht ik dat dit het einde van E. inluidde, want die moest daarna zowat aan de zuurstof van het lachen. Ze beweerde later dat dit een typische cynische Russische reactie was en dat ze nu begon te twijfelen of ik niet stiekem Russisch was. Experiment geslaagd, dus!

Omdat ik wist dat ik dit stukje ging tijpen, besloot ik een paar weken geleden om het gedicht van Poesjkin waarop de opera gebaseerd is te gaan lezen. Ik kocht een Engelse vertaling (ik ben daar nooit zo happig op bij negentiende-eeuws gedichten, maar de Nederlandse vertaling was 8 euro duurder, dus dikke doei…) en begon te lezen. Het vond het meteen een tranendal van gezemel, ik ben namelijk echt niet geschikt om poëzie te lezen. In het begin ging het trouwens vijf pagina’s lang over vrouwenvoeten. Ik heb toen maar meteen eens gegoogled of die Poesjkin wat met voeten had en ik bleek al snel niet de enige lezert wiens wenkbrauw omhoog was gegaan bij het lezen van deze passage. Verder vond ik die Onegin een beetje een zak hooi, maar door de dichtvorm zat er gelukkig wel tempo in het verhaal. Poesjkin hield duidelijk niet van getreuzel en dat heeft ie dan weer gemeen met ondergetekende. Dus gaandeweg kreeg ik er wel plezier in.

Een belangrijke verhaallijn is dat Onegin op een feestje een dansje doet en een beetje flirt met Olga, de verloofde van zijn vriend Lensky. Die vindt dat niet leuk en daagt Onegin uit tot een duel met pistolen. Waarbij Lensky natuurlijk neergeschoten wordt, want het verhaal gaat over de zak hooi en zakken hooi blijven vaak leven in allerlei echte én fictieve situaties. Anders had het boek trouwens Vladimir Lensky geheten, denk ik zo. Een andere belangrijke verhaallijn is die van Tatiana (de zus van Olga) en Onegin. Tatiana is verliefd op Onegin en laat hem dat weten in een brief. Maar Eugen moet er niks van hebben en wijst haar af. Tot hij haar jaren later weer tegenkomt in Sint Petersburg en oh nee wat een ellende, zij opeens getrouwd is met een ander. Natuurlijk wordt onze pipo du jour nu wel verliefd op haar. Maar daar doet Tatiana op haar beurt niet aan mee en ze stuurt hem het bos in. Daarmee eindigt het werk ook, lekker abrupt. Doei zak hooi met je beroerde timing.

Nu ik weet wat de plot van de opera is (dat had ik op zich ook op internet kunnen lezen, in plaats van me door moeilijk negentiende-eeuwse dichtregels te worstelen in een taal die ik dan toch opeens niet zo goed blijk te beheersen) ga ik ‘m nog een keer kijken op youtube of zo. Toch ben ik wel blij dat ik het gedicht eindelijk eens gelezen heb, want dat wilde ik al heel lang. Een mens kan zich namelijk nooit over te veel zakken hooi uit de wereldliteratuur verbazen, zeg ik altijd maar.

Je kunt het een en ander ook beluisteren (en bekijken) op youtube.