Ik heb een vrachtauto
2340
post-template-default,single,single-post,postid-2340,single-format-standard,bridge-core-3.1.3,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-30.2,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.3,vc_responsive,elementor-default,elementor-kit-15645

Ik heb een vrachtauto

Het zoeken naar nieuw werk gaat over de gehele linie niet echt van een leien dakje. Maar dat is niet erg, het wordt steeds duidelijker wat ik nodig heb om een beetje plezier te hebben in mijn werk en met mijn laatste sollicitaties kom ik daar steeds dichterbij. Nu is het slechts nog een kwestie van het plekje vinden waar de andere minse ook zien dat je mij er echt heel goed bij kunt hebben. Naast dat je me natuurlijk prima voor een communicatieboodschap kunt sturen, heb ik namelijk ook nog een hele vrachtauto aan interessante dingen bij me die je er als werkgever gratis bij krijgt. Ik snap dat dat niet voor iedereen is en dat niet elke organisatie daarop zit te wachten, maar ik zal even uitleggen wat er gebeurt als je mij mijn ding laat doen. Daarvoor gaan we eerst even een heel stuk terug in de tijd, toen ik nog een klein Elisetje was en ik eigenlijk de hele tijd mijn ding deed, want dat is wat kinderen doen.

Ik was geen doorsnee kind. Ik speelde harp, las de bieb zowat uit, bladerde graag in kunstboeken en wilde eigenlijk van alles wel weten hoe het zat. Ook schreef ik, al voor ik überhaupt wist hoe dat praktisch werkte. Als kleintje deed ik dat in mijn hoofd, waar zich altijd wel een of ander beeld aan mij opdrong. Hele toneelstukken speelde ik in de tuin, waarin ik zelf alle personages uitbeeldde. En dat waren er veel, types als Tolstoj zouden er van verbleken, vermoed ik.
‘Oh fijn,’ dacht mijn moeder, als ze mij vanuit de keuken gadesloeg, ‘Mijn kind is gek, ze heeft niet één imaginair vriendje, ze heeft er 40.’
Maar ze liet me rustig mijn gang gaan en vroeg af en toe belangstellend waar ik mee bezig was.
‘Oh,’ zei ik dan, ‘Gewoon. Ik speel een toneelstuk over eekhoorns.’
En ik huppelde terug naar de schommel, waar ik verder ging met het avontuur van de eekhoornprinses. Toen ik eindelijk leerde schrijven en lezen en drie woorden achter elkaar kon zetten, schreef ik het op. Ik heb de schriften hier nog steeds ergens liggen. Geel zijn ze, van de Hema. Van mijn peettante gekregen toen ik naar groep 3 ging. In eerste instantie om woordjes te oefenen, maar ik bleek wat ambitieuzer dan dat.

Ook tekende en knutselde ik altijd. Dat kon ik helemaal niet zo goed, maar dat interesseerde me geen bal, want ik had er lol in.
‘Kijk!’ zei ik dan op school, terwijl ik een onwillige klasgenoot mijn maaksel onder zijn of haar neus duwde, ‘Mooi hè?’
‘Ik vind dat zo gek,’ zei D., die achter me zat, ‘Jij vindt altijd alles van jezelf goed.’
Ik keek haar verstoord aan en vroeg me af waarom je dat in godsnaam niet zou vinden, maar ik zei niks. Ik had namelijk toen al door dat ik dingen misschien iets anders bekeek dan andere mensen. Maar ik maakte er geen tekening minder om, hoor. Ik begrijp tot op de dag van vandaag niet (toen kon ik dat nog niet zo scherp formuleren) waarom mensen überhaupt ’s ochtends hun bed uitkomen om dingen te doen waar ze niet minstens een beetje in geloven of plezier aan beleven en daarom is die opmerking van D. me altijd bijgebleven. Jaren geleden trof ik haar eens op facebook, onder een postje van een gezamenlijke oud-klasgenote, die mij in een oude communiefoto getagd had.
‘Wie is die Elise dan?’ wilde zij weten.
‘Dat rare kind dat altijd alles van zichzelf goed vond,’ zei ik.
Ja sorry, dat vind ik echt om te lachen, zoiets.

In mijn familie was er ook altijd muziek. Op het moment is dat het minst zichtbare deel van wat ik doe, maar het is wel het ding waar ik eigenlijk het beste in ben en waar ik ook het meeste uithaal voor mezelf. Maar muziek als carrière is iets voor superspecialisten en toen ik eindexamen deed én ook heel veel uren aan mijn harp besteedde, realiseerde ik me (onbewust?) dat ik geen superspecialist ben, dus ik besloot om niet naar het conservatorium te gaan. Ik wil namelijk veel dingen doen en weten, ik vind het leuk om nieuwe dingen te leren en ik ben chronisch nieuwsgierig. Naar alles. Vreemd genoeg zag ik met die wetenschap in mijn achterhoofd dat harp studeren niet ging werken, maar meldde ik me wel aan voor een andere studie voor superspecialisten: tandheelkunde. Was het een vlaag van verstandsverbijstering? Ik weet het niet, maar ik deed het omdat ik het kon. Misschien juist wel omdat ik chronisch nieuwsgierig ben. Het was de eerste keer dat ik op een harde manier leerde dat iets kunnen niet altijd betekent dat je het ook de rest van je leven moet doen of dat je er geld mee moet verdienen. Een proces dat ik, meestal niet al te zichtbaar voor de buitenwereld, in de daarop volgende jaren nog wel vaker heb doorlopen.

In die nogal diffuse periode (ik studeerde Nederlands, woonde een paar maanden in Parijs en werkte op een gegeven moment ook al) raakte ik regelmatig verstrikt in allerlei zaken die ik toen nog als bijzaken zag. Ik vroeg me wel eens af wat er eigenlijk mis was met mij. Dat ik nooit mijn hoofd bij één ding kon houden. Dat toch altijd dat moeilijke stuk voor de harp om de hoek loerde. Of dat ik boeken in het Frans ging lezen, wat helemaal niet hoefde… maar ik deed het toch: want ik kon het, daar was de oude valkuil weer. En toen werkte ik toch opeens weer in de medische wereld, maar nu als communicatiemevrouw. In mijn vrije tijd maakte ik nog steeds dingen en schreef ik aan verschillende blogs, gewoon omdat het voor mij onmogelijk is dat niet te doen. Maar het verlamde me vaak ook. Omdat ik zoveel dingen tegelijkertijd wilde doen dat ik er geen lijn meer in zag. Maar één ding wist ik wel altijd, ondanks de vaak wat sceptische reacties uit mijn omgeving: ik heb wel meerdere dingen nodig, anders sterf ik van verveling.

Nu, na bijna een jaar van best wel heftige introspectie weet ik dat ik al die verschillende dingen niet alleen nodig heb, maar dat dat ook is wat ik ben: een Mevrouw van Veul Dingen. En er kan altijd nog wel wat bij, want ik heb dit afgelopen jaar ook gebruikt om mezelf te leren plannen en dat gaat echt heel goed. Met een blij gemoed bouw ik mijn dag op uit verschillende taken, van noodzakelijke kwaden tot creatieve dingen. Wat mij daarbij enorm helpt, is dat ik perfectionisme stom vind, want het belemmert mensen vaak om coole dingen te doen. En als je veel dingen wil doen, kan perfectionisme ook niet, dus dat mes snijdt aan twee kanten. Het is een beetje raar maar ook wel fijn dat ik voor het eerst in mijn 42-jarige bestaan controle over mijn dag heb. En nu dat lukt, heb ik ontdekt dat ik op mijn best ben, wanneer ik interesses of vaardigheden kan combineren. Als sommige dingen die ik in mijn vrachtauto heb slingeren samen komen, zeg maar. Daar ontstaan nieuwe verhalen, beelden, concepten en invalshoeken. En dat is wat ik doe, ik moet er alleen nog een functietitel voor verzinnen.

Naast dit alles kun je me natuurlijk ook gewoon voor een communicatieboodschap sturen als dat is wat je zoekt, ik heb genoeg oud-collega’s die dat zullen bevestigen. Maar stel je de mogelijkheden eens voor als die vrachtauto op zijn kant gaat, de deuren open gaan en daar iets nieuws naar buiten komt gekropen dat je aanstaart met blije pretoogjes. Nou dan.

(Naschrift: Het beeld lijkt niet echt relevant bij dit verhaal, maar dat is het wel. Het is namelijk zo’n typisch product van mijn hoofd, dat eigenlijk eerst iets anders van plan was, maar toen ontdekte dat deze drie portretten met wat draaien en schalen vrij probleemloos op elkaar gemonteerd konden worden. En toen was er een thema met een schelp en een parel en dacht mijn hoofd: wat cool man… het klopt gewoon weer helemaal. Het is net koken. Je gooit wat spul uit de vrachtwagen bij elkaar en dan heb je iets dat nog wel op de ingrediënten lijkt, maar toch onmiskenbaar anders is…)