Keulen en Aken
2911
post-template-default,single,single-post,postid-2911,single-format-standard,bridge-core-3.1.3,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-30.2,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.3,vc_responsive,elementor-default,elementor-kit-15645

Keulen en Aken

Ik heb in het afgelopen jaar ontdekt dat ik in mijn vrije tijd ook best ’s ochtends achter mijn bureau kan gaan zitten en wat kan gaan doen. Niet werk, hè… ik heb het over al die zevenduizend andere projecten die ik op het moment heb lopen. Ik sla meteen zo door als dingen lekker lopen. In plaats van dat ik nu eens even rustig doe en alle nieuwe indrukken van werk rustig op me in laat werken, spring ik tegenwoordig op mijn vrije dagen ’s ochtends uit bed (het was half zes vanochtend, beetje overdreven) en begin driftig aan allerlei dingen te werken. Het is echt hollen of stilstaan met mij, dat is wel weer duidelijk. En alles gaat veel te langzaam, natuurlijk. Dat mijn computer aan het overlijden is, zit me dan ook behoorlijk dwars. Hop hop hop, denk ik dan. Ik snap er ook niks van. Iemand die zichzelf slechter kende, zou zich misschien zorgen gaan maken. Maar ik niet, hoor. Ik zie wel wanneer ik weer normaal ga doen, het komt met vlagen.

‘Pace yourself!’ zei R. uit Letland laatst tegen me in een zoom call, ‘You don’t need to do everything every day or being able to do or understand new stuff right away.’
‘Yeah but no but…’ mompelde ik nog, maar R. had natuurlijk wel gelijk, want ik weet dat zelf ook best wel.
Maar ik ben echt heel erg als ik in Razende Roelof-modus ben. Tot ik een keer van mijn stoel af kiep en dan moet ik verplicht drie weken in de survivalmodus. Maar ja, zo werkt dat blijkbaar met mij. Ik kijk nu al uit naar de National Novel Writing Month in november, dat is ook helemaal niet ambitieus of zo. Ik heb mezelf wel streng toegesproken toen ik dinsdag of woensdag even overwoog om aan inktober mee te gaan doen. Dat kan namelijk ook prima in mei, heb ik dit jaar geleerd.

Toen ik eerder deze week een beetje zat te bladeren in mijn aantekenboekje waarin ik allerlei ideeën voor deze site en het art journal neerpen, viel mijn oog opeens op iets dat ik een maand of twee geleden had opgeschreven. Keulen stond er. En daarnaast Aken. Dat was geen reminder voor een stukje over Keulen of Aken, dat wist ik zeker. Ik Keulen ben ik namelijk al jaren niet meer geweest (dat gaat snel met zo’n pandemiemiemie, ik was er de laatste keer in februari 2020) en van mijn laatste bezoek aan Aken had ik al een verslagje gemaakt. En de twee plaatsnamen stond onder de categorie ‘collage’, dus blijkbaar had ik wat anders bedacht rondom deze twee Duitse steden. Dus ik pijnigde mijn brein en opeens kwam het tot me: dit was een reminder van een beeld dat ooit in mijn hoofd was verschenen toen ik ergens de uitdrukking zag staan dat Keulen en Aken niet op een dag gebouwd zijn. Ik heb me altijd afgevraagd waarom ze die twee steden daarvoor gekozen hebben. Misschien dat ik dat ooit nog eens ga onderzoeken en dan schrijf ik er vast een lollig verhaaltje over, maar nu even niet. Ik heb de collage maar meteen gemaakt, toen was dat ook weer uit mijn systeem.

Maar aangezien ‘Doe eens even kalm, Elise’ een actueel thema in mijn leven is op het moment, vond ik dat er bij dit beeld een verhaaltje hoorde. Misschien print ik de collage zelfs wel uit om boven mijn computer aan de muur te hangen. Twee steden uit mijn jeugd. Om mij eraan te herinneren dat die er heel lang liggen en dat dat ook prima is, ergens gewoon heel lang liggen en langzaam uitdijen. Al klinkt dat als metafoor ook wel een beetje vies, alsof ik belachelijk veel ga eten en dat was ik niet van plan. Hmmm. Nou ja, jullie snappen wel wat ik bedoel.