Ameland
1271
post-template-default,single,single-post,postid-1271,single-format-standard,bridge-core-3.1.3,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-30.2,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.3,vc_responsive,elementor-default,elementor-kit-15645

Ameland

Eind juni/begin juli was ik op Ameland. Mijn eerste bestemming van drie in wat een soort zomervakantie moest voorstellen. Normaal gesproken ga ik in de zomer minstens een week naar Berlijn, maar ik had dit jaar geen zin in al die corona-ellende. En dus plantte ik mezelf met mijn meuk in de trein naar Leeuwarden. Van daaruit zou ik op bussafari gaan naar Holwerd en daar de boot naar Ameland nemen. De hele week al hield ik de buienradar in de gaten en ik kon er met de beste wil van de wereld niks van maken: de weersvooruitzichten waren echt niet goed. De eerste ochtend werd ik op tijd wakker, dus na een vroeg ontbijt ben ik met zwaaidende armpjes naar het dorp Nes gerend om daar een e-bike te huren. Volgens buienradar zou het tot vier uur ’s middags droog blijven, dus ik had haast.
‘Ja hoor,’ zei de man van het verhuurbedrijf, toen ik naar de plaatselijke weersomstandigheden informeerde, ‘Het blijft nog wel een paar uur droog, geen zorgen.’
Waarna er nog een relaas volgde over de wind. Maar dat hoorde ik amper nog, ik was al onderweg naar de vuurtoren. Duintje op, duintje af. Ja nee. Geen tijd te verliezen. Ik moest namelijk een kilometer of 22 op en neer fietsen en fietsen is gewoon geen talent of hobby van mij. Het waaide best fiks en het was koud. Leuk man, vakantie. Vrijwillig dingen doen die je eigenlijk haat. Strak plan, Elise. Desondanks schoot ik toch goed op. Met af en toe een tussenstop op het strand, zoals hier bij de Ballumer Blinkert. Waar de wind en water vrij spel hadden.

Onderweg naar de vuurtoren werd het steeds donkerder. Ik keek een beetje geïrriteerd op mijn telefoon om de tijd te checken, het was nog lang geen vier uur ’s middags. Toen ik rond het middaguur bij de eendenvijver aankwam (aanrader, hoor… heule coole eenden bij die vijver) begon het al zachtjes te miezeren. Ik zette de capuchon van mijn regenjas op en dacht, optimistisch als ik ben: ‘Nou, es det alles is, det bietje miezer.’
Ik vervolgde mijn weg naar de vuurtoren. Die van Ameland is mijn lievelings, want hij is met streepjes en ik hou van streepjes. Nadat ik het bouwwerk van alle kanten had bekeken en wat foto’s had gemaakt, fietste ik door de miezer naar Hollum. Daar at ik op een terras bij een vuurtje een kop mosterdsoep. Terwijl ik zat te eten, begon het echt keihard te regenen. Ik vloekte een paar keer in het Limburgs (godnondeju) en besloot ondanks die mottige nattigheid toch op de fiets te stappen en de laatste 11 kilometer door de regen terug naar Nes te fietsen. Inmiddels was wel duidelijk dat het de rest van de dag niet meer droog zou worden en ik moest natuurlijk wel die e-bike terugbrengen. Nou minse, ik ben sinds de middelbare school niet meer zo natgeregend, ondanks de regenjas. Bij terugkomst in het hotel hing ik mijn broek voor de vorm op de verwarming. De dag erna was hij nog niet droog…

Op woensdag vertelde de buienradar me dat het opnieuw de hele dag zou gaan regen. Dat had ik weer. Na het ontbijt ben ik van ellende terug naar bed gegaan, verder viel er toch niks te beleven met die zondvloed. In de middag heb ik mezelf een trap onder mijn lamlendige reet gegeven en ben ik met mijn parapluutje naar Nes gelopen om daar een paar sokken te gaan kopen. Ik had namelijk maar één paar in mijn koffertje gestopt en dat bleek niet zo handig met al die regen. Nou, jullie hebben geen idee hoe moeilijk het is om enigszins normale sokken te vinden op Ameland. Na een half uur vond ik eindelijk een setje van drie bij een soort Winkel van Sinkel. Want ik wilde geen sokken met de vlag van Ameland erop. Of van die blije Happy Socks. Ik ben heel conservatief als het op sokken aankomt. Zwart, grijs of met streepjes. Dat zijn wel zo’n beetje de smaken. Ik liep nog wat door Nes, kocht een maaltijdsalade (en okee, chips) bij de plaatselijke Spar en ging terug naar het hotel. Het was een beetje een verloren dag, maar ja… het kan natuurlijk niet altijd feest zijn, 90% van de tijd feest is wel genoeg. Anders word je veel te moe en daar moet je altijd mee uitkijken. Ja nee. Dikke tip van mij.

De volgende dag was het weer iets beter. Niet dat de zon scheen, maar het was in ieder geval opgehouden met regenen. Ik besloot om een flink stuk over het strand te gaan lopen en daarna even te lunchen bij de strandtent. Het hele strand lag bezaaid met hopen beige, frutselig spul. Dat had ik de eerste avond al ontdekt en meteen aan een uitvoerige inspectie onderworpen, want ik had die zooi nog nooit eerder gezien. Uit een speurtocht op internet bleek dat het om het harig mosdiertje ging. Die zijn dit jaar en masse aangespoeld langs de Belgische en Nederlandse kust en dan met name op de Wadden. Het schijnt in augustus nog erger te zijn geweest en zelfs voor stankoverlast te hebben gezorgd. Eind juni/begin juli was daar nog geen sprake van. Niet dat het verder wat had uitgemaakt, er was toch geen hond op het strand (want: rotweer), behalve ik en een paar vissers met kaplaarzen. Ik zette het harig mosdiertje op de foto bij gebrek aan groter aangespoeld zeeleven (lees: potvis) en viste links en rechts nog meer rare dingen op uit de branding, die ik ook op de foto zette. Het blijft een curieuze hobby, strandrommel op de gevoelige plaat vastleggen.

Na drie dagen grijze en grauwe luchten en behoorlijk wat neerslag, was er vrijdag eindelijk wat blauw te zien tussen de wolken. Altijd als ik weg ga, hè. Dan duikt de zon opeens op. Deze keer was het echter niet zo erg, want mijn Avontuur in de Noordelijke Nederlanden zou zich voortzetten in Leeuwarden. Dus daar zou ik tenminste één mooie dag hebben, zo had ik bedacht. Ik was natuurlijk weer veel te vroeg in de haven van Ameland en besloot op een muurtje te gaan zitten en te genieten van het waterige zonnetje en het uitzicht op de Waddenzee. Het was eb en ik dacht even: misschien zie ik wel een zeehond! Die gedachte liet ik ook meteen weer schieten, want ik heb pas één keer eerder een zeehond in het Waddengebied gezien. Ik heb jarenlang gedacht dat zeehonden een hoax zijn om nietsvermoedende Limburgers naar het gebied te lokken. Maar verdomd, onderweg naar Holwerd lag er in de verte ergens een bruin propje op een zandbank. Daar was ie: Joop de Zeehond. De hele boot rende onder luid gejuich naar de kant waar Joop te zien was. Gelukkig kapseisden we net niet. Ik heb natuurlijk ook een foto van Joop. Die is echter niet goedgekeurd door de esthetische commissie van dit blog. Daarom hier het uitzicht vanuit de haven van Ameland over de drooggevallen Waddenzee. Die zeehond denken jullie er zelf maar bij, dat kunnen jullie best.