Texel II
2127
post-template-default,single,single-post,postid-2127,single-format-standard,bridge-core-3.1.3,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-30.2,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.3,vc_responsive,elementor-default,elementor-kit-15645

Texel II

Ik was weer eens op Texel. Na een grondig verblijf vorig jaar vond ik het wel weer een keer tijd worden. Deze keer was R. erbij, wij toeren al jaren samen langs de Waddeneilanden om te wandelen, wat rond te fietsen (soms dan, nu niet), domme filmpjes te kijken (een gezamelijke hobby) en te eten (vooral dat laatste eigenlijk). En niet op de laatste plaats om R.’s meest fascinerende project tot uitvoering te brengen: het fotograferen van alle plaatsnaambordjes in Nederland. Het is een soort verzamelwoede, maar van de beste soort, omdat het digitaal is en dus weinig rotzooi in en rondom het huis geeft. En je komt nog eens ergens, dat is zeker. De eerste avond besloten we dan ook om maar meteen wat bordjes te gaan zoeken, zoals het bordje van ‘Het Noorden’, een buurtschap op Texel van drie huizen, een tractor, wat schapen en een hooiberg.
‘Dat is vast ergens bij de molen, die heet ook ‘Het Noorden’,’ zei R., terwijl hij mij Google Maps toonde.
Ik vond het allang prima. Als er geen bordje was, dan had ik in ieder geval alvast een molen gezien. Ik tel altijd mijn zegeningen, dat maakt je een gezelliger mens. En deze opgewekte levenshouding bleek wederom een wijs iets, want er was nergens een plaatsnaambordje te bekennen. Terwijl R. er bij het vooronderzoek toch echt een foto van had gezien. Was Het Noorden een hoax? Verslagen staarden we naar de molen in het avondlicht. In de verte blaatte een schaap. Het was een raadselachtig en verwarrend moment daar op Texel, minse. We waren Het Noorden volledig kwijt.

Een beetje over Texel tuffen bij zonsondergang is best wel een aanrader en daarvoor hoef je natuurlijk niet noodzakelijkerwijs op zoek te zijn naar plaatsnaambordjes. Overal waren mooie uitzichten en zagen we grote groepen vogels.
‘Hij is fijn,’ zei ik om de drie seconden, want ik duid graag de dingen en duiding is meestal niet zo ingewikkeld als het op dit soort zaken aankomt.
‘En nu wil ik een foto maken,’ zei ik op een gegeven moment tegen R., toen we het eiland dwars overstaken via een mooi weggetje dat we moesten nemen vanwege een omleiding.
Ik voelde me een totale boomer (best lekker, een keer niet fietsen op de Wadden, dan gaan de dingen toch iets sneller) en toen R. de auto aan de kant zette, sprong ik er enthousiast uit. Maar het was koud, minse. Daar in die nadagen van de Grote Wintermoesson van 2022. Blauwbekkend stak ik de weg over en zette de zonsondergang op de foto. De vogels kwetterden in de lucht en de horizon kleurde helemaal rood.
‘Hij is fijn,’ zei ik weer, want dat was wederom het geval.
En als klap op de vuurpijl was er daarna ook nog een Grieks restaurant in De Koog, mijn eerste restaurant in maaaaaaaanden. Topavond, al zeg ik het zelf.

De volgende dag togen we naar de vuurtoren, want ik ben natuurlijk een verstokte vuurtorenenthousiasteling. Daarbij vind ik het strand aan de noordkant van Texel ook nog eens het mooiste strand van Nederland, dus daar wil ik altijd wel naartoe. Wat ik echter mee had moeten brengen naar het eiland waren een muts en handschoenen (zo bleek al snel,) want mijn oren en handen vielen er zowat vanaf van het koude noordoosten-windje. Bij de vuurtoren was de wind wat minder en ik staarde wat omhoog langs de rode gevel. Ik beklim ze nooit, vuurtorens. Of andere torens. Ik kan namelijk niet tegen wenteltrappen, dan word ik helemaal gek in mijn hoofd. Omdat ik het einde niet zie, denk ik. Dus mocht je ooit met mij een toren willen beklimmen: bespaar je de moeite en zoek een ander slachtoffer. Ik wacht wel op het terras, ik ben heel goed in op terrassen zitten, namelijk. Na dit rondje aan de noordkant van het eiland was ik ook wel toe aan een terras of iets dergelijks, dus vervolgden wij onze dagtocht naar Den Burg, waar we meteen even een lunch meepikten. Natuurlijk zijn daar ook foto’s van, maar laten we het hier maar houden bij deze interessante zandpartij op het strand.

De volgende dag was het alweer mooi weer (ik was echt zwaar onder de indruk, kijk die blauwe lucht eens op onderstaande foto… ik was haast vergeten dat dit mogelijk was op de Wadden) en R. en ik togen eerst naar Den Hoorn, waar we natuurlijk vooral benieuwd waren hoe het met Bij Jef was. Bij Jef is een legendarisch restaurant in Den Hoorn, waar we jaren geleden eens een keer geniaal goed aten. Dus wij zochten het restaurant op en staarden door het vensterglas naar binnen. Bij Jef was leeg! Of nou ja, leeg. Het meubilair was weg. Wij staarden elkaar wederom verslagen aan. Deceptie nummer twee van dit tripje, nadat we eerder na een hernieuwde zoektocht twee lege palen hadden gevonden waar ooit het bord van Het Noorden had gestaan. Gelukkig stelden we niet veel later na een google-onderzoek vast dat Bij Jef wel weer open zou gaan, dus dat geeft de burger moed voor het glorieuze moment in de hopelijke nabije toekomst dat ondergetekende weer beschikt over contanten. Waarschijnlijk hielden ze bij Bij Jef een grote meubilair-schoonmaak of zo. We wandelden nog wat door het dorp en langs het aparte kerkje van Den Hoorn. Er zijn best veel leuke dorpjes op Texel, maar Den Hoorn is denk ik wel mijn favoriet.

Daarna besloten we nog een wilde natuurwandeling te gaan maken in De Slufter. Nou ja, wild. Ik ben daar tijdens mijn vorige bezoek met een hele schoen in de modder gezakt, dat is wel echt het wildste dat ik ooit meegemaakt heb tijdens een van mijn suffe bejaardenwandelingen. Het bleek er deze keer echter een stuk droger dan de laatste keer dat ik er was, dus besloten we om richting de zee te lopen. Ik had eigenlijk gehoopt om meer vogels te zien, maar die schitterden een beetje door afwezigheid. Het zal de tijd van het jaar wel zijn geweest, ik pretendeer echt nergens dat ik verstand heb van vogels, hè. Desondanks was het een mooie wandeling langs watertjes, duinen en mooie uitzichten. We sloten de dag af bij het Indiase restaurant om de hoek, waar de eigenaar mij op een gegeven moment een lassi kwam brengen omdat hij zich zorgen maakte dat de curry te scherp was voor mij.
Ik: ‘Hahaha!’
R.: ‘Hahaha!’
Maar het was wel lekkere lassi.