Dertien in een Dozijn: Leiden
2202
post-template-default,single,single-post,postid-2202,single-format-standard,bridge-core-3.1.3,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-30.2,qode-theme-bridge,disabled_footer_top,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.3,vc_responsive,elementor-default,elementor-kit-15645

Dertien in een Dozijn: Leiden

Van de week zag ik opeens een gat in mijn planning, dus besloot ik om naar Leiden te gaan voor het Dertien in een Dozijn-project. Dat er een gat was, wilde trouwens niet zeggen dat het een goed idee was. Ik was namelijk nogal moe van sollicitatiegedoe op maandag en dinsdag. Dus als een zombie liep ik langs de Leidse grachten. ‘Gewoon doorlopen,’ mompelde ik om de zoveel meter, ‘Dadelijk mag je een tosti.’
Ik was al jaren niet in Leiden geweest, maar het had maar een haar gescheeld of ik er had er misschien wel gewoond of was het mijn voormalige woonplaats geweest. Als de lotingsgoden me hadden uitgeloot voor tandheelkunde in Nijmegen, was ik waarschijnlijk Nederlands of Engels in Leiden gaan studeren. Eerlijk gezegd wilde ik helemaal niet in Nijmegen studeren, ik vond dat te dicht bij huis. Maar tandheelkunde in Amsterdam of Groningen was nou ook niet echt een strak plan. Mijn tweede keuze (een taal) wilde ik aanvankelijk in Utrecht doen, maar de open dag in Leiden was gewoon veel leuker. Maar ja, toen ik stopte met tandheelkunde, ben ik in NIjmegen blijven hangen. Want daar had ik een kamer en kende ik mensen en ik had geen zin in weer zo’n introheisa in een nieuwe stad. Maar dat is dus mijn geschiedenis met Leiden. Niet een heel diepgaande, want het was zeker 15 jaar geleden dat ik er voor het laatst geweest ben voor een cursus van mijn werk.

MUURTEKST

In Leiden heb je nogal veel muurteksten. Allemaal Echte Literatureluur en het liefst in de oorspronkelijke taal. Je zult potdomme weten dat je in een universiteitsstad met een grote letterenfaculteit bent. Zo vond ik ergens op een muur dit gedicht/verhaal (?) van Pablo Neruda. Nu beheers ik het Spaans niet echt en weet ik ook niks over Pablo Neruda (hier is een oorzakelijk verband aan te wijzen, denk ik), dus dat komt goed uit. Dat betekent dat ik het ook niet hoef te duiden voor jullie. Daarom heb ik ook deze muurtekst gekozen, want ik best wel lui.

WILDPLAKKERIJ

In studentensteden heb je altijd veel wildplakkerij, dus om de drie meter kon ik een paaltje of een elektriciteitskastje op de foto zetten. Maar ik koos voor deze omdat je op de achtergrond het huis van Jan Steen ziet. Vond ik lollig, want je moet toch wat met zo’n project. En dit is pas de derde editie. God weet wat ik allemaal nog tegen ga komen tijdens volgende bezoekjes. Jammer van die auto’s, trouwens. Dat vind ik trouwens sowieso vaak in steden. Maar dat is vast geen populaire mening, zeker niet bij de mensen van wie die auto’s zijn.


VLAGGETJES

Na de provisorische vlaggetjes in Amersfoort begon ik me een beetje zorgen te maken over dit onderwerp. Maar dat bleek in Leiden geheel ongegrond. Al vrij snel liep ik tegen vlaggetjes aan. Geen standaard vlaggetjes deze keer (ze waren langs een terrasje gespannen ter opfleuring van het geheel), maar daardoor juist interessant. En met panterprint! Ik heb er ook wel eens over nagedacht om zelf vlaggetjes te naaien van allerlei resten stof, want bij mijn ouders ligt nogal wat. Maar daar ben ik dan te lui voor en daarnaast gebruik ik nooit vlaggetjes, want ik ben met kerstmis jarig en die dingen matchen nou eenmaal niet met een Weihnachtsbaum. Dat komt hier niet langs de esthetische commissie.

STREET ART

Omdat ik op het laatste moment besloten had om naar Leiden te gaan, had ik me niet echt verdiept in mijn onderwerpen of enig vooronderzoek gedaan. Meestal kijk ik eerst even thuis of er ergens een toffe mural is of waar ik jugendstil kan spotten, want anders zoek je je rot. Dat was in dit geval ook zo. Ik zag wel overal lellike tags, maar echte leuke werkjes of toffe murals waren er niet. Tot ik in een steegje dit tafereeltje spotte. Het had duidelijk betere tijden gekend, maar dat vind ik dan wel weer geinig, van die niet meer complete street art. Ik zie trouwens nu pas dat het waarschijnlijk brandweermannen zijn, ik dacht eerst dat ze met champagne spoten en de vlinders uit de fles kwamen. Maar die vlinders hebben er waarschijnlijk geen reet mee te maken. Topduiding weer, hoor.

BEDENKELIJKE HUURFIETSEN

Omdat ik naar een studentenstad ging, vermoedde ik dat ik er wel bedenkelijke huurfietsen tegen zou komen, want studenten hebben patent op die dingen. Nou minse, het was nog erger dan ik dacht. Ik was nog geen tien minuten onderweg of ik stuitte op het bedenkelijke-huurfietsen-hoofdkwartier. En natuurlijk stonden er daar ook een paar buiten, waaronder een gele. Het is dat ik tegen dit concept ben, want een goede tweedehands fiets kopen is op termijn veel goedkoper (joh), maar een gele fiets wil ik op zich wel. Verder wil ik nog even opmerken dat het tijdens deze editie mogelijk was geweest om elk onderwerp in deze reeks op de foto te zetten samen met een bedenkelijke huurfiets, want ik heb nog nooit zoveel van die dingen op een hoop gezien. Zelfs in Utrecht niet.

KUNST IN DE OPENBARE RUIMTE

Naast Jan Steen heeft Leiden nog een beroemde kunstenaar voortgebracht: onze vriend Rembrandt van Rijn. Bij de plek waar ooit zijn geboortehuis stond, hebben ze dit kunstwerk neergezet. Als kind bladerde ik wel eens door het Rembrandt-boek van mijn ouders, want ik was een rare… ik keek graag in kunstboeken. De schilderijen van Rembrandt vond ik altijd heel tof, want het waren net een soort donkere foto’s. Had ik tijdens het bladeren bedacht. Maar toch ook weer niet, want je zag dat het geschilderd was. Het zou jaaaaaaren duren voor ik de schilderijen van de goede man voor het eerst in het echt zou zien. Wij waren thuis namelijk altijd zo druk met muzakjes, dat we eigenlijk niet echt in musea kwamen totdat ik goed en wel op de middelbare school zat. Maar Rembrandt was er dus wel altijd al. In dat boek.

JUGENDSTIL OF IETS WAAT DAAR OP LIJKT

Tijdens een bliksemsnelle google-actie in de trein had ik gezien dat er wel wat jugendstil-pandjes in Leiden waren. Ik had mijn zinnen op deze gezet, want die vond ik het tofst. Maar ja, ik wist niet waar hij stond, de voorbereiding was een beetje miniem deze keer. Doelloos slenterde ik in het rond. Tot mijn oog er opeens op viel. Ik slikte net op tijd een uitzinnig ‘Eureka!’ in, want een deel van de gevel was ingepakt in een steiger met bouwzeil. Ja wel, nondedomme. Verongelijkt zette ik ‘m toch maar op de foto om thuis te besluiten dat ik natuurlijk ook gewoon een uitsnede van de foto kon maken. Ja nee,  ‘ne oplossingsgerichte ben ik wel.

REGENBOOG

De regenboog blijkt ook altijd nog best wel een lastige, tenzij je genoegen neemt met weer een regenboogvlag ergens. Maar deze keer viel mijn oog op een briefje terwijl ik de foto van de bestickerde lantaarnpaal bij het huis van Jan Steen maakte. En ik moest zo hard lachen, want ik zie dit soort briefjes ook heel vaak bij mij in de buurt. Ik denk dan altijd: wat een gemiste kans… je kan in deze boodschap intertekstueel verwijzen naar Samson & Gert! En nu doet eindelijk iemand het. En plakt het tegen de deur met regenboogplakband. Je verzint dit gewoon niet. Of nou ja, ik dus wel. Maar mijn bel doet het gewoon, anders was dit ook in Utrecht te zien.

LELLIKE LAMPJES

Lellike lampjes blijken ook een probleem, dus ik heb maar besloten dat alle lampjes goed zijn en als ze dan ook nog lellik zijn dan krijg ik bonuspunten van mezelf. Deze keer zou ik eigenlijk strafpunten moeten krijgen, want die zijn hele mooie lampjes. Of nou ja… de lampjes zijn eigenlijk heel gewoon, maar kijk die planten eens! Ik zou dat ook wel gezellig vinden, zo’n gevel. Maar van de andere kant: ik zie er dan zelf niet zoveel van. Ik zou het kunnen doen voor de mensen op het terrasje van het café onder mijn huis, maar die zitten onder een afdak. Dus ja. Laat maar dan.

RODE DEUR

In Leiden stikte het van de rode deuren, ik heb er geloof ik wel zes op de foto gezet. Maar dit was de eerste en ik wist meteen dat dit ‘m zou worden, want kijk nou toch. Dit lijkt toch rechtstreeks uit een Wes Anderson-film te komen! Het is alleen jammer dat dan een of andere jandoedel zo nodig een A4’tje met 13 B achter het raam moest plakken. Hou eens op daarmee, zeg. En koop een huisnummer in stijl, ja. De esthetische commissie van dit blog spreekt haar totale afkeuring uit voor deze actie. Maar verder wel een puik rood deurtje, hoor.

GEEL

Je kunt altijd duizend-en-een gele dingen fotograferen in steden, maar toen ik deze Kurt ergens op een tijdelijke schutting zag, was ik verkocht. Kurt had ook prima dienst kunnen doen als de street art-foto, maar daar had ik al een andere voor en Kurt zag een beetje geel, dus toen dacht ik: we doen gewoon twee street art-foto’s deze keer. Ja nee, het vergt wel wat strategische planning en uit het doosje-denken, als je zo door een stad kuiert op zoek naar dingen waar nou werkelijk geen hond op let, normaal gesproken. Ik kan dat echt aanraden, trouwens. Op deze manier door een stad lopen. Het is een lollige bezigheden en je komt nog eens ergens. Wel fijn dat iemand erbij gezet heeft dat het Kurt is voor de mensen die de Kurt niet bewust meegemaakt hebben. Duiding is altijd fijn.

PLAATSNAAM

Mijn oog viel op twee megaklompen bij de rederij. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat er twee keer het plaatsnaambordje van Leiden opstond. Ze stonden ook op de nominatie om de foto voor het onderwerp ‘geel’ te worden, maar toen vond ik Kurt en moest ik mijn hele plan weer omgooien en nieuwe aantekeningen maken op mijn briefje. Wat trouwens echt heel irritant is, is dat mijn pennen altijd dienst weigeren als ik even iets door wil krassen op het briefje. Hebben jullie dat ook altijd, bijvoorbeeld bij boodschappen? Of zetten jullie alles in je telefoon? Dat werkt voor mij echt niet, namelijk. Dan delete ik weer per ongeluk iets of lees ergens overheen en dan vergeet ik sommige foto’s of boodschappen. Na ja. Chaos. Papiertje, lijstje, doorstrepen… dat is een vrij waterdichte methode hier.

HUISNUMMER 21

We sluiten deze editie van Dertien in en Dozijn af met huisnummer 21. Die heb je ook altijd in alle soorten en maten. Het was moeilijker geweest als ik voor nummer 431 had gekozen, maar gelukkig heb ik dat niet gedaan. Deze vond ik ergens in een achterafstraatje (daar hebben ze altijd de beste huisnummers) en was op de deur geschilderd. Daar houd ik altijd van. Dat je dan zelf je huisnummer op je raamloze deur gaat kalken. Of dat door iemand anders laat doen. Ik zou dat natuurlijk zelf doen. En het dan gigantisch verprutsen en het mislukte nummer veranderen in een van de pot gerukt kunstwerk op mijn deur. Vervolgens zou de hele straat denken: Wat is het toch een gek. Ja.